Week #5: een oase van (mentale) rust

20 oktober 2019 - Rehovot, Israël

(Tijdsduiding: 18 t/m 24 augustus)

Na de lange wandeling van het afgelopen weekend, heb ik de eerste dagen van de week nog met aardige last van de knie rondgelopen. Even dacht ik dat er wat ernstigs aan de hand was, maar na het twee dagen aan te zien verdween de last weer. Gelukkig maar!

De twee weken vanaf 18 augustus zijn bij Weizmann de twee algemene zomervakantieweken. Dit betekende dat bijna de hele groep op vakantie was; alleen Nish en ik waren er fulltime, en Oded zo nu en dan een dagdeel. Nish en ik hebben dus voornamelijk met zijn tweeën geluncht, in plaats van met een groter cluppie van de groep. In de kantine was het ook redelijk rustig, het was echt vakantietijd dus.

Lunch, daar heb ik nog niets over verteld in mijn blog. Al snel na mijn aankomst hier bleek dat het (in ieder geval bij collega’s) gebruikelijk is om voor lunch warm te eten. De eerste dagen had ik netjes als echte Hollander mijn boterhammetjes mee, maar na de eerste week ben ik bij het clubje aangesloten dat tussen de middag gaat eten in het restaurant dat dicht bij het lab ligt. Dit is een buffet-restaurant waar je een heel bord vol mag scheppen en dan een euro of 8 betaalt. Ik had in de supermarkt eigenlijk al na het tweede bezoek geconcludeerd dat het best duur (zelfs ten opzichte van wat je in het restaurant betaalt) is om een fatsoenlijke maaltijd te maken. Het is best duur hier. Ruud had dit ook geconcludeerd, en at al sinds zijn verblijf hier warm mee op de campus bij het restaurant. Naast dat het dus qua prijs aantrekkelijker is, is het eten heel erg prima in het restaurant. Én, ik hoef niet te koken aan het eind van de dag (kan ik ook gelijk de elektrische kookplaat omzeilen, jeej)! Kan ik dan lekker brood eten, lekker makkelijk. Dus elke dag gaan we met een groepje variërend van vier tot soms wel acht man eten bij deze kantine/restaurant. Maar deze twee weken dus met zijn tweeën, soms met zijn drieën.

Naar gelang de pijn in de knie minder werd heb ik gedurende de week weer een plan gemaakt voor het volgende weekend. In eerste instantie was mijn keuze gevallen op Nazareth, maar na een tweetal avonden zoeken naar dingen om te doen in Nazareth, kwam ik tot de conclusie dat ik me daar niet een weekend lang zou kunnen vermaken, een beetje zonde van de reis. Op woensdagavond heb ik uiteindelijk de knoop doorgehakt. Plan Nazareth ging de ijskast in, het werd: En Gedi, een oase aan de Dode Zeekust.

Om naar En Gedi te reizen, moest ik eerst de bus pakken van Rehovot naar Jerusalem, en vanuit daar naar En Gedi. Bij het uitzoeken van de reis bleek tot mijn verbazing de bus via de Westelijke Jordaanoever te rijden! In mijn beleving is de hele Westelijke Jordaanoever een afgezet gebied waar Israëliers niet zomaar konden komen, maar de Israëlische busmaatschappij zou er dus blijkbaar gewoon kunnen rijden. Hmm, interessant!

Zoals ondertussen vaste prik vertrok ik donderdagavond naar mijn weekendbestemming. Eerst een klein halfuurtje lopen naar het busstation in Rehovot, en vervolgens met de bus naar Jerusalem. In Jerusalem had ik 20 minuutjes om over te stappen op de laatste bus naar En Gedi, wat gezien het feit dat de bussen redelijk op schema rijden een prima marge was. Dacht ik tenminste…

Naarmate we dichter bij Jerusalem kwamen werd het steeds drukker op de weg en werd het langzaam rijden. De spits in Jerusalem. Ik zag mijn overstaptijd wegtikken, en begon hem toch wel redelijk te knijpen. Uiteindelijk waren er nog zo’n 5 minuten over toen we het busstation van Jerusalem inreden, en wist ik door het feit dat ik er al eerder was geweest gelukkig hoe ik moest lopen, want dat ligt daar niet direct voor de hand. Met nog een paar minuutjes over belandde ik in de geplande laatste bus naar En Gedi. Ik kon opgelucht ademhalen dat ik de bus gehaald had.

De busrit ging zo’n twee uur duren, en gezien het donker was ging ik niet veel van het landschap kunnen zien. Wel heb ik in het begin nog even goed opgelet, gezien ik benieuwd was hoe de grens Westelijke Jordaanoever (trouwens, het Engelse West Bank heeft voor mij veel minder lading dan de Nederlandse benaming, vreemd is dat) eruit zou zien. Bij een halte net buiten Jerusalem zette de chauffeur de bus een stuk vóór de halte stil en ging zitten wachten. Eerst had ik het idee dat hij hier op een aansluitende bus moest wachten, maar dat vermoeden werd minder toen de chauffeur ook gewoon buiten ging lopen. Het volgende vermoeden was dat ik er misschien een buschauffeur over zou nemen, die nog niet gearriveerd was. Toen ook andere passagiers de bus verlieten en buiten gingen staan chillen (20 minuten later of zo, zo voelde het in ieder geval), heb ik toch maar eens aan gevraagd of er iemand Engels sprak om me te kunnen vertellen wat er precies aan de hand was. Wat bleek: de bus had een technisch mankement (iets met de hydrauliek), en een vervangende bus was op komst. Dat verklaarde de diepe zuchten die de chauffeur slaakte toen hij de bus stil zette. Ik vond het al vreemd. Maar goed, ik wist waar ik aan toe was, en toen ben ik ook mijn benen maar eens gaan strekken.

Kapotte bus

Na nog pakweg tien minuten kwam er een vervangende bus en konden we de reis voortzetten. We kwamen langs iets wat op een checkpoint leek, maar in onze rijrichting was er niets, enkel in de richting van Israël. Verder heb ik niets van een grens of iets dergelijks gezien. De buslijn die ik had was helaas niet een rechtstreekse bus, maar eentje die in allemaal kleine nederzettingen ook de bushaltes afging. Elke nederzetting was afgesloten met een hek, waar een aantal Israëlische soldaten stonden. Dit zouden wel Israëlische nederzettingen moeten zijn gezien het gemakt dat we binnenkwamen, en na later opzoeken bleek dit inderdaad ook zo te zijn. Maar een grote eye-opener voor mij dus dat je gewoon als Israëliër door de Westelijke Jordaanoever kunt rijden.

Tegen 22.30 uur kwam ik aan bij mijn ‘hostel’ dit weekend: de Ein Gedi Camp Lodge. Deze soort van camping heeft tenten (blokken van 4x4x2,5m o.i.d.) staan waarin elk (of in ieder geval in die van mij) vijf matrassen op de grond liggen, én ook niet onbelangrijk hier: elke tent heeft zijn eigen airconditioning! Het is allemaal erg basic, maar verder was er ook een gemeenschappelijke ruimte van de camp lodge waar je prima kon zitten. Het is best prima, zolang je verwachtingen maar goed zijn. Ik had in de reviews op internet gelezen dat het uitzicht erg indrukwekkend was, maar gezien het natuurlijk al donker was, was hier niets van te zien. Snel gaan slapen dus, des te eerder ik het uitzicht kon aanschouwen.

De volgende ochtend was het dus een hele verrassing wat ik te zien kreeg. De mensen die bij me in de tent sliepen waren al vroeg vertrokken, dus ik had ondertussen het rijk alleen. Ik stapte de tent uit en kreeg inderdaad een indrukwekkend uitzicht voorgeschoteld, als was het wel wat heiig (klik voor de video).

Uitzicht vanaf de camp lodgeUitzicht vanaf de camp lodgeDe binnenkant van mijn slaaptent

Bij En Gedi ligt het En Gedi Nature Reserve, wat de grootste oase van Israël is, met waterbronnen, watervallen en natuurlijke zwembaden, en bestaat uit grofweg twee delen: Wadi Arugot en Wadi David. De eerste dag dat ik er was, ben ik naar het dichtstbijzijnde deel geweest, Wadi Arugot, na eerst een rondje door de kibbutz En Gedi te hebben gemaakt. Na betaling en een uitleg bij de ingang van het park kon de wandeling beginnen. De route in de wadi had een ‘droog’ pad, maar ook soms afwijkende paden daarvan die door het riviertje lopen. Ik kreeg van de ranger achter de balie tip, of bijna een verzoek eigenlijk, om zeker ook de paden door het water te nemen, gezien de warmte, en de afkoeling die het geeft. Ik besloot eerst helemaal naar het begin (als in: verste dat je kon lopen) van de wadi te lopen, zodat ik de rest van de tijd tot sluiting rustig kon opvullen met teruglopen en van het water genieten.

Wadi ArugotDe 'hidden waterfall', halverwege Wadi Arugoten *klik* voor bewegend beeld

Het uitzicht in het rivier dal was erg indrukwekkend, gezien je aan beide kanten de steile rotsen omhoog torenden. Halverwege de tocht werd ik aangesproken door een ranger van het park, die zag dat ik van plan was dieper in het park te lopen, naar begin van de waterstroom. Hij maakte me wegwijs over de sluitingstijden van het park, en wanneer er dus verwacht werd dat ik bepaalde plekken had verlaten, om zo op tijd uit het park te zijn. Het bleek een goede keus dat ik gelijk door ben gelopen vanaf het begin.

Wadi Arugot

Aan het einde van de wadi was een groot waterbasin (‘natural pool’) waar ik een verfrissende duik heb genomen, waarna ik ruim op tijd weer aan de terugweg begon. Zo had ik alle tijd om op de leuke spots die ik onderweg had gezien te ontdekken. En in tegenstelling tot de wandelschoenen die ik aanhad op de heenweg, had ik ze na het zwemmen vervangen door de slippers die ik had meegenomen. Zo kon ik deze keer alle waterpaden nemen! Dit was heerlijk verkoelend.

Ik kan verder van alles vertellen over wat ik zag, maar ik denk dat foto’s en wat video’s (met wat bijschriften) veel meer zeggen dan dat. Het was in ieder geval ontzettend gaaf. (Klik voor de video's even door naar hier)

Wadi Arugot, met de 'Hidden waterfall' in de rug'Hidden waterfall'Wadi Arugot

Een kwartiertje voor sluitingstijd kwam ik uiteindelijk weer bij de ingang van het reservaat, zeer voldaan van de mooie hike. Ik had wat blaren gekweekt op mijn voeten door het contant lopen met de teenslippers, maar dat was het meer dan waard. Bij de kassa vroeg de dienstdoende ranger hoe ik het gevonden had. Hij heeft geweten dat ik het heel erg gaaf vond. Ik heb gelijk ook gevraagd welke route hij me zou aanraden voor de volgende dag, gezien ik had gezien dat een wandelroute die vlakbij mijn slaaplocatie begon was afgesloten vanwege de weersomstandigheden (temperaturen). Hij raadde me ook de hogere trails (die me juist erg gaaf leken) af, ook gezien de temperaturen, maar gaf me een mooie suggestie voor de volgende dag. Mooi, plan voor de volgende dag was gemaakt!

Na de laatste vier kilometer naar de camp lodge zat de wandeling erop. Uiteindelijk zo’n twintig kilometer gelopen. Na een welkome douche en simpel avondeten (noodles, gemakkelijk en snel) onder genot van het grandioze uitzicht gingen mijn oogjes al vroeg dicht.

Mijn eigen Dode Zee

De volgende ochtend bleek dat hoewel de receptie bij mijn navraag had gezegd dat er nog mensen bij mij in de tent zouden komen, ik toch alsnog de enige was. Had ik tóch op twee matrassen kunnen gaan liggen! Ach, toch prima geslapen. Na een ontbijtje met het geweldige uitzicht en een welkom briesje, en het pakken van mijn spullen was het tijd voor de tweede dag in En Gedi! Ik moest natuurlijk uitchecken bij de camp lodge, maar gelukkig kon ik de spullen die ik niet mee hoefde te nemen tijdens de tocht van die dag mooi daar achterlaten.

Mijn doorsnee ontbijtje in Israël

Wadi David, waar ik deze dag naartoe ging, lag iets verder van de camp lodge vandaan dan het gebied van de dag ervoor. Deze wadi was echter een stuk toeristischer dan die van de dag ervoor. Zo was er een supermarktje en een eettentje, maar vooral stúkken meer mensen. Na een waterijsje was het tijd om Wadi David te gaan ontdekken.

Al na een kwartiertje was ik erg blij dat ik Wadi Arugot al had gehad: wát een drukte, en vooral, wat liepen de mensen traaaag! Er waren weinig mogelijkheden om in te halen in het eerste deel van de route, die ook niet grandioos steeg of daalde. Na verloop van tijd kon ik gelukkig afslaan naar een route die hoger de bergen inging, op naar de suggestie van de ranger van de dag ervoor: Dudim cave. Dit is grot die net boven het toeristische drukke deel zit, maar je moet flink klimmen met een hele omweg om er te komen. Op de route ernaartoe was het lekker rustig, en bij Dudim cave ook. Eenmaal bij de grot viel mijn oog op de vele steenmannen (een stapel stenen, simpel gezegd) die er waren geplaatst, wat een erg indrukwekkend beeld was. De rivier in Wadi David stroomde er ook en droop ook via waterplanten van boven de grot naar beneden. Een klein paradijsje. Ook nog eens in de schaduw, dus een heerlijke rustplek, waar ik ook nog de nodige steenmannen heb bijgebouwd.

Dudim-grot in Wadi DavidSteenmannen in de DudimgrotStapelgekDrupdrupdrupdrupdrupdrup

Na de Dudim-grot ben ik ook nog bij de Ein Gedi-bron en een antieke opgraving geweest, ook hier waren weinig mensen te bekennen, heel fijn! Ook zag ik daar alle routes naar de hogere trails, die ik helaas aan mij voorbij moest laten gaan. Misschien moet ik hier maar eens een keertje naar teruggaan daarvoor (dacht ik toen, en met de kennis van nu: dat gaat komend weekend gebeuren :-)). Ondertussen was het tijd om terug te gaan naar de ingang, gezien ik alle ‘begaanbare’ routes had gehad. Terug naar de drukte. Bij de vele picknickbankjes heb ik lekker wat tijd kunnen doden met mensen kijken, en nadat mijn lunch op was, ben ik teruggegaan naar de camp lodge.

Uitzicht vanaf de En Gedi-bron'David's waterfall'

Op de weg terug kwam ik nog langs een opgraving van een oude synagoge, en ik herinnerde me van de ranger van de dag ervoor dat ik daar gratis naar binnen kon met mijn ticket voor Wadi David. Gezien ik nog tijd zat over had voordat de bus terug naar Jerusalem ging, ben ik daar dus ook gaan kijken. In het receptiehokje zat ook een ranger, en gezien bij de ingang het verzoek hing je daar te melden met je ticket, deed ik dat netjes. Maar wat bleek: het was dezelfde ranger als de dag ervoor bij Wadi Arugot! Hij herkende mij ook gelijk, en ik kon hem dus vertellen dat ik zijn suggestie had opgevolgd, en dat het erg geslaagd was. Heel toevallig, en hij genoot er naar mijn idee net zo van als ik dat deed. Na een kort tochtje over het terrein van de opgraving met de nodige interessante weetjes was het dan nu écht tijd om terug te gaan naar de camp lodge.

Na de dertien kilometer van die dag heb ik bij de camp lodge stiekem nog even gedoucht (ik was al uitgecheckt, foei) en verder de tijd gedood tot de eerste bus ging rijden. Met nog een kwartiertje tot vertrek van de bus bij de halte ben ik die kant op gaan lopen. Halverwege stopte er een klein personenbusje en dat vroeg of ik toevallig naar Jerusalem moest. Ik zei ja, maar vond het wel vreemd. En ogenblik later viel het kwartje: dit was ook een sherut! Ik ben ingestapt en na nog wat stops bij hotspots in de buurt gingen we in sneltreinvaart richting Jerusalem. De tocht duurde maar een uurtje, in tegenstelling tot de bijna twee uur die de OV-bus erover deed op de heenweg, met alle haltes in alle kleine nederzettingen. Tijdens de terugrit was het ook genieten van het uitzicht. Tijdens de heenreis was het donker, maar nu was er door de snelle rit alles nog te zien. Met de bus had ik de helft gemist omdat het dan al donker zou zijn geweest. Een goede keus! Aan de andere kant had de snelheid niet zo veel zin gehad, want aangekomen bij het busstation in Jerusalem was daar alles nog dicht. Door de shabbat moet ik nog pakweg een uur wachten tot de bus naar Rehovot vertrok, maar daar kon ik prima mee leven. Het woog niet op tegen het voordeel van de mooie uitzichten tijdens het ritje, en überhaupt het hele weekend. Wat een gave bestemming was dit.

Uitzicht over de Dode Zee-kust op de terugweg

Oh ja: in de week voordat ik naar Ein Gedi ging, kwam ik per toeval deze rapportage (*klik*) van de NOS tegen. De Dode Zee verdwijnt, en het gaf wat context bij wat ik ter plekke zag. De oude doorgaande weg bij Ein Gedi was afgesloten omdat hij ten prooi was gevallen aan sink holes, een fenomeen dat je veel ziet bij de Dode Zee. Er was een nieuwe weg aangelegd die verder van de Dode Zee af ligt. Doordat de Dode Zee opdroogt, zakt het waterpeil en blijven er zoutkristallen over in de grond. Wanneer hier echter 'normaal' water bij komt (bijvoorbeeld uit Wadi Arugot of Wadi David), lossen deze zoutkristallen op en verdwijnt dus de stevigheid uit de door het zakkende waterpeil vrijgekomen grond, waardoor uit zichzelf of bij het minste of geringste gewicht die sinkholes ontstaan. Erg gevaarlijk, en daarom wordt het dus ook afgeraden bij Ein Gedi in de Dode Zee te gaan. Je ziet ook veel verlaten toeristische dingen

Ook dit is de Dode ZeeVerlaten gedeelte bij Ein Gedi, vanwege het opdrogen van de Dode Zee #1Verlaten gedeelte bij Ein Gedi, vanwege het opdrogen van de Dode Zee #2

2 Reacties

  1. Pascale:
    20 oktober 2019
    Weer mooie wandeltochten gemaakt Mark!
  2. Lisa:
    21 oktober 2019
    wauw!